Denemarken
Louis Poulsen
|
Het bedrijf werd opgericht door Ludvig R. Poulsen in 1874 te Kopenhagen.
De allereerste activiteiten van deze vestiging hadden echter niets met verlichting te maken, het was een wijnimportbedrijf onder de naam Copenhagen Direct Vin-Import-Kompani. Men verkocht er edele wijnen van over de hele wereld aan het Deense publiek. Al in 1878 sloot Ludvig R. Poulsen zijn wijnzaak. Intussen had de uitvinding van het elektriciteitsnet haar intrede gemaakt in de samenleving. In 1892 opende Denemarken hun tweede elektriciteitscentrale in Kopenhagen, Ludvig R. Poulsen zag hierin nieuwe opportuniteiten en begon opnieuw een zaak aan de 'Istedgade nr.1 in Vesterbro. Deze keer met de verkoop van gereedschappen, elektrische artikelen en toebehoren. In 1896 nam Ludvig R. Poulsen zijn neef Louis Poulsen in dienst. In 1906 stierf Ludvig en nam de neef Louis het directeurschap over. In 1908 verhuisde hij het hoofdkantoor naar Nyhavn 11 langsheen de oude haven in het stadscentrum. Het gebouw dat de Denenen vandaag de dag nog steeds associëren met de vele intussen internationaal gekende lampen. Het gebouw dateert uit 1836, en heeft diepe wortels in de geschiedenis van de Deense handel. In het poortgedeelte bevindt zich een klein suikermannetje, dat een suikermal en een suikertopje vast houd. Het symboliseert het gouden tijdperk in de Deense geschiedenis van de beruchte driehoekshandel in wapens, slaven, rum en suiker, vandaar dat er in het gebouw voordien een suikerraffinaderij was gevestigd. Louis Poulsen liet in 1914 Sophus Kaastrup-Olsen toe als partner in zijn bedrijf, zo veranderde de naam van het bedrijf naar Louis Poulsen & Co. In 1917 kocht Sophus Kaastrup-Olsen Louis Poulsen uit het bedrijf en werd de enige eigenaar van Louis Poulsen & Co.
In 1924 begon het bedrijf de samenwerking met architect Poul Henningsen met het oog op de Exposition internationale des Arts decoratifs et industriels modernes in Parijs in 1925. Hier won de PH-lamp een gouden medaille. Poul Henningsen had in totaal 6 lamptypen ingezonden voor de tentoonstelling, die allemaal gouden medailles wonnen. Het waren drie type tafellampen en drie type kroonluchters ontworpen volgens het het gekende design maar dan in gepolijst zilverwerk. De zes lamptypes van Poul Henningsen ondergingen echter het noodlot, Louis Poulsen & Co krijgt geen van de lampen tijdig in productie. Het schip dat de originelen terug naar Denemarken moest brengen, zonk onderweg. In 1926 winnen Louis Poulsen en Poul Henningsen de aanbesteding voor het voorzien van de verlichting voor het nieuw gebouwde Forum in Kopenhagen met de legendarische PH-lamp met 3 kappen. De lamp heeft witte, matte kappen waarvan de rondingen de vorm hebben van een logaritmische spiraal, waardoor de hoek tussen alle lichtstralen en de kappen constant wordt gehouden. Het was een echte innovatie in een tijd waarin mensen nog niet veel verder waren gekomen dan zichzelf te beschermen tegen het directe licht van de elektrische lamp door deze uit te rusten met een soort schild, een lendendoek, een bel of een paraplu.
Na een wat lastige start begon Louis Poulsen dan toch op grotere schaal verlichtingsarmaturen op de markt te brengen. Kaastrup-Olsen stierf in 1938 en het bedrijf werd omgevormd tot een naamloze vennootschap geleid door burgerlijk ingenieur Emun Rager als algemeen directeur. In 1941 werd de eerste verlichtingscatalogus/magazine LP-NYT gepubliceerden met beschrijvingen in het Deens, Duits, Engels en Frans. Poul Henningsen was de hoofdredacteur. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog kocht Louis Poulsen & Co. de metaalwarenfabriek Laurits Henriksen in Kopenhagen en werd een fabrikant van uitsluitend verlichtingsarmaturen. Henningsen ontwierp een verduisteringslamp voor de Tivoli-tuinen in Kopenhagen, waardoor de tuinen tot middernacht open konden blijven: het licht van de lampen was niet te zien vanuit vliegtuigen (bommenwerpers) die over de stad vlogen. De iconische PH5-lamp werd gelanceerd in 1958: de 5 in de naam verwijst naar de diameter van 50 cm. Door de jaren heen zijn er vele andere prominente architecten verbonden geweest met Louis Poulsen, waaronder Vilhelm Lauritzen, Alvar Aalto ontwierp samen met Arne Jacobsen, Vilhelm Wohlert, Jørgen Bro, Finn Monies, Per Iversen, Henning Koppel en niet de minste, ook de legendarische Verner Panton ontwierp vanaf 1959 voor Louis Poulsen. Panton werd het meesterbrein achter de iconische Panthella lamp. Louis Poulsen heeft altijd veel belang gehecht aan de nauwe samenwerking met de architecten, maar beschikte hiernaast ook over een eigen ontwikkelingsafdeling. Begin jaren 60 lanceerde Arne Jacobsen zijn AJ-lampen in samenwerking met Louis Poulsen. De lampen werden ontworpen voor het SAS Royal Hotel, een 'Gesamtkunstwerk' van Arne Jacobsen, wat betekent dat hij niet alleen de architect van het hotel zelf was, maar ook de interieurs ontwierp, waaronder het meubilair, de verlichting, het serviesgoed en andere kleine details. |