Vintage Design Lighting
  • START
  • COLLECTIE
    • VOLLEDIGE COLLECTIE
    • HANGLAMPEN
    • LUCHTERS
    • MUUR- & PLAFONDLAMPEN
    • TAFELLAMPEN
    • VLOERLAMPEN
  • CONTACT
  • DE VERHALEN
    • Arteluce
    • A.V. Mazzega
    • Anvia
    • Artemide
    • Bankamp Leuchten
    • Candle
    • Cosack Leuchten
    • Dijkstra
    • Doria Leuchten
    • Egon Hillebrand
    • ERCO
    • Flos
    • Fog & Mørup
    • Fontana Arte
    • Fritz Hansen
    • Gepo
    • Glashütte Limburg
    • Hala
    • Hans-Agne Jakobsson
    • Harvey Guzzini
    • Herda
    • Holmegaard
    • Kaiser Leuchten
    • Kalmar Leuchten
    • Kinkeldey Leuchten
    • Les Ateliers Boulanger S.A.
    • Leucos
    • Louis Poulsen
    • Martinelli Luce
    • Massive
    • Metalarte
    • O'luce
    • Peill & Putzler
    • Philips
    • Quattrifolio
    • Raak
    • Reggiani Illuminazione
    • Rotaflex Great Britain Ltd.
    • Sciolari
    • Sirrah
    • Sompex / Paul Secon
    • Staff Leuchten
    • Stilnovo
    • Stilux Milano
    • Targetti Sankey
    • Valenti
    • Venini
    • Vistosi
    • Walter Hustadt GmbH & Co
  • SPACE AGE
Afbeelding
Afbeelding

Italië

Afbeelding

Giuseppe Ostuni
1901 - 1994

Giuseppe Ostuni was een Italiaanse lichtontwerper die met zijn innovatieve ontwerpen en creatieve aanpak een revolutie teweegbracht in de verlichtingswereld. Ostuni werd geboren in 1901 in Agrate Brianza (Italië), hij was een visionair die geloofde dat verlichting een essentieel element was bij het creëren van een harmonieuze en functionele woonruimte. Ostuni's carrière startte in de jaren twintig toen hij begon te werken als ontwerper voor het prestigieuze Italiaanse verlichtingsbedrijf Gabbianelli. Hij kreeg al snel erkenning voor zijn unieke ontwerpen die functionaliteit combineerden met elegantie en eenvoud. Zijn werk trok de aandacht van veel vooraanstaande architecten en ontwerpers uit die tijd, en hij werd al snel één van de meest gewenste lichtontwerpers in Italië.

In 1945 richtte Ostuni zijn eigen verlichtingsbedrijf O'luce op in Milaan. Het merk werd bekend om zijn innovatieve en 'avant-garde' ontwerpen. De creaties kenmerkten zich door strakke lijnen, geometrische vormen en het gebruik van nieuwe materialen waaronder plexiglas en aluminium. De ontwerpen waren niet alleen esthetisch maar ook praktisch en boden de perfecte balans tussen vorm en functie. Ostuni's werk is tentoongesteld in enkele van de meest prestigieuze musea en galerieën over de hele wereld, waaronder het Museum of Modern Art in New York en de Triennale di Milano. Zijn ontwerpen zijn ook opgenomen in tal van publicaties van onder meer  Domus, Casa Vogue en Architectural Digest. Tegenwoordig wordt Giuseppe Ostuni beschouwd als één van de meest invloedrijke lichtontwerpers van de 20e eeuw. Zijn nalatenschap blijft ontwerpers en architecten over de hele wereld inspireren, en zijn ontwerpen blijven net zo relevant en innovatief als toen hij ze voor het eerst maakte.

Naast Arteluce en Arredoluce, is O'luce nog steeds één van de meest iconische verlichtingsbedrijven die in het Italië van de jaren vijftig tot bloei zijn gekomen. Als oudste Italiaanse designbedrijf dat vandaag de dag nog steeds actief is, blijft O'luce lampen produceren die het resultaat zijn van de samenwerking met zowel jonge als gevestigde ontwerpers.

Doorheen de jaren is O'luce erin geslaagd een collectie op te bouwen die gestructureerd is als een verhaal, rijk en veelzijdig, voorzien van producten die de mode overstijgen en tevens Italiaanse designiconen zijn geworden.
De relatie met de designwereld begon In 1951, toen nam O'luce met succes deel aan de IX Triënnale, waar het in de verlichtingssectie, samengesteld door Achille, Livio en Pier Giacomo Castiglioni, de telescopische vloerlamp ‘Luminator’ presenteerde, ontworpen door Franco Buzzi.

Het grote succes werd vervolgens opnieuw bevestigd door Tito Agnoli met nominaties tijdens de tweede editie van de Compasso d'Oro-prijzen , en dit voor zijn twee lampen, de 363 vloerlamp en een speciaal boekenrekmodel. In 1956 volgden snel na elkaar nog twee nominaties: één voor een opmerkelijke tafellamp met lamellen in Polyvinyl en één voor een hanglamp (model. 4461) met dubbele perspex kap. En dan was er nog de opmerkelijke 255/387 lamp (bekend als de 'Agnoli'), een spotlicht ondersteund door een slanke steel.

Naast Agnoli werkte Giuseppe Ostuni ook samen met de grote Meesters waaronder Forti, Arnaboldi, Monti en Minale.
Het was op het einde van de jaren vijftig, en vooral dankzij een ontmoeting met Joe en Gianni Colombo, dat O'luce een meer uitgesproken en revolutionaire richting nam. De gebroeders Colombo zochten een zakenpartner die hun gedurfde ontwerpen kon smaken, en kwamen zo bij Giuseppe Ostuni terecht.

Deze alliantie produceerde de tafellamp model 281, bekend als de ‘Acrilica’, een zeer dikke perspex curve waarlangs het licht lijkt op te stijgen, opgenomen in de O'luce-catalogus sinds 1962 en winnaar van een gouden medaille op de XIII Triënnale.

In 1963 ontwierp Marco Zanuso de 275 tafellamp voor O'luce, met een grote witte perspex kap op een geverfde metalen voet, deze lamp ging pas in 1965 in productie.

In 1967 won de ‘Spider’ door Joe Colombo de eerste Compasso d’Oro-prijs voor O'luce en werd in 1972 in New York gepresenteerd tijdens de onvergetelijke tentoonstelling ‘Italy: the New Domestic Landscape’.

In 1967 ging Joe Colombo verder en ontwierp hij het model ‘Coupé’, dat nu te zien is in het MoMa in New York, een grote gebogen stuurpen die een uiterst elegante half-cilindrische kap ondersteunt. Het ontwerp won in 1968 de “International Design Award”, uitgereikt door het American Institute of Interior Designers in Chicago.

In 1970 werd de ‘Halogeenlamp’ geboren en vanaf dat moment heet hij standaard ‘Colombo’. Het was de eerste halogeen-toepassing op de verlichtingsmarkt en werd een onvergelijkbaar designicoon, functioneel en eigentijds.
 
De jaren zeventig markeerden het begin van een nieuw en zeer belangrijk tijdperk voor O'luce, het viel samen met de eigendomsoverdracht van Giuseppe Ostuni aan de familie Verderi, en werd gekenmerkt door de invloedrijke figuur van één van de grote Italiaanse designmeesters: Vico Magistretti. Magistretti werd voor vele jaren 'Art Director' en toonaangevend ontwerper van het bedrijf en drukte daar zijn onmiskenbare stempel op, evenals de erfenis van wereldwijde erkenning.
Kuta, Lester, Nara, Idomeneo, Pascal, Dim, Sonora, Snow en vooral Atollo werden namen van lampen die onmiddellijk aan hun overeenkomstige ontwerpen deden denken. Atollo werd een sjabloon, een grafisch silhouet dat het concept van ‘lamp’ kon suggereren. Het ontwerp won in 1979 de Compasso d'Oro-prijs en nam plaats in de permanente collecties van 's werelds toonaangevende musea voor design en decoratieve kunst, waardoor het zoveel meer werd dan alleen een lamp, het werd een icoon.

Naast de erfenis die de grote designmeesters hebben achtergelaten, worden er ook partnerschips voortgezet met internationaal bekende ontwerpers, een embleem van het hedendaagse gezicht van O'luce.

Nieuwe standaardproducten en collecties worden aangevuld met 'Bespoke Tailoring', de maatwerkservice die O'luce in 2015 lanceerde om tegemoet te komen aan de contractsector. Gesterkt door zijn lange productiegeschiedenis en door de wens om zijn menselijke en creatieve expertise te vergroten, besloot het bedrijf zijn verlichtingservaring ter beschikking te stellen aan de huidige marktbehoeften. Speciaal ontworpen lampen of modulaire versies van reeds bestaande ontwerpen en standaardproducten vormen vandaag het uitgebreide en gevarieerde, op maat gemaakte assortiment dat het bedrijf aanbiedt om zo goed mogelijk aan de behoeften van grote en kleine leveranciers te voldoen.

Franco Buzzi   1912 - 1977

Franco Buzzi was een Italiaanse architect, meubel- en lichtontwerper. Franco Buzzi staat vooral bekend om zijn naoorlogse bliksemontwerpen en zijn samenwerking met de Italiaanse collega-ontwerper Giuseppe Ostuni. Franco Buzzi werd in 1912 te Milaan geboren en studeerde daar aan de Politecnico. Na zijn studies in 1937 werkte hij als architect en binnenhuisarchitect in Milaan. In korte tijd werden de interieurs van Buzzi, met hun warme en zachte tinten, zeer gewaardeerd. Bovendien werd Buzzi van 1939 tot 1942 benoemd tot universitair docent interieurontwerp aan de Polytechnische Universiteit van Milaan. Enkele jaren na de oorlog in 1949 opende Buzzi een architectenbureau in de wijk Brera in Milaan, een populaire wijk voor kunstenaars en intellectuelen. Hier ontmoette hij Giuseppe Ostuni met wie hij bevriend raakte. Al snel begon Buzzi zijn eerste lampen te creëren voor Ostuni's bedrijf O'luce, dat werd opgericht in 1945 en tegenwoordig de oudste ontwerpstudio van Italië is. Eén van de eerste modellen is de ´Faretto´ lamp, de B2 koplamp en de B3 wandlamp. Van de B3 komen verschillende varianten voort, zoals onder andere het pendelmodel. De verlichtingsontwerpen van Buzzi werden het boegbeeld van goede smaak en een verfijnd interieur. Hij werd vooral bekend als een productief ontwerper van metalen staande en aan de muur gemonteerde lampen met conische metalen vormen.

Giuseppe Ostuni   1901 - 1994

Tito Agnoli   1931 - 2012

Afbeelding
Tito Agnoli werd in 1931 geboren en groeide op in een Italiaans gezin in Lima (Peru). Na WOII keerde het gezin terug naar Italië. Tito was opgeleid als schilder (had bij Sironi gestudeerd) In 1949 schreef hij zich in aan de Faculteit Architectuur in Milaan, waar hij in 1959 afstudeerde. Tito Agnoli werd tijdens zijn studies assistent van Gio Ponti en Carlo De Darli en was toen al vlijtig actief op het gebied van design. Zo werkte hij reeds aan projecten voor onder meer Arflex, Cinova, Lema, Matteo Grassi, Molteni, Montina, O'luce, Pierantonio Bonacina, Poltrona Frau, Schiffini, Ycami... Tito Agnoli werd meerdere malen aanbevolen en genomineerd voor de Compasso d’Oro (Gouden Kompas) Award, in 1986 won hij de gouden medaille op de Neocon in Chicago. Sommige van zijn stukken worden bewaard in de permanente collectie van het MoMa in New York.

Gianni Colombo   1933 - 1993

Afbeelding
Gianni Colombo was een Italiaanse kunstenaar, lid van de kinetische kunstbeweging. In de jaren zestig bezocht Colombo de Accademia di Brera in Milaan, waar hij Davide Boriani, Gabriele De Vecchi, Giovanni Anceschi en Grazia Varisco ontmoette. Samen vormden ze 'Gruppo T', een collectief van kunstenaars die geïnteresseerd waren in alle vormen van Kintetische kunst. Door zijn werk hield Colombo zich voornamelijk bezig met de perceptie van ruimte, het creëren van architecturale omgevingen. Hij ontving de Grote Prijs van de Biënnale van Venetië 1968 met één van zijn beroemdste werken, 'Elastic Space'. In 1985 werd hij directeur van de 'Accademia di Brera', waar hij ook les gaf. In 1986 breidde Colombo zijn activiteiten uit naar theater en architectuur. Zo was hij ook decorontwerper voor het Operstheater in Frankfurt.

In 1962 ontwierp hij samen met zijn broer Joe Colombo één ontwerp voor O'luce. Het model 281, kreeg onmiddellijk de bijnaam “Acrilica” vanwege zijn verrassende opvallendheid en uitzonderlijke innovatie van een aanzienlijke dikke curve gemaakt uit transparant acryl. Methacrylaat, dat toen reeds tien jaar lang werd gebruikt in de verlichtingsbranche, meestal in dunne platen die werden gesneden of gethermoformeerd. In dit ontwerp kreeg het materiaal een heel bijzondere toepassing: Dankzij de geleidingseigenschappen van het materiaal verplaatste het licht, bekomen door een halogeenlamp
binnenin de geverfde stalen basis, zich voort door de transparante curve en lichtte het uiteinde van de curve op.
Zo had de 'Acrilica' meer de allure van een kinetisch kunstwerk dan van een lamp.

Nadien scheidden de twee broers Colombo hun vakgebied: Joe verliet de kunst waarin hij nochtans interessante beloften had getoond met ‘Nucleari’ en koos voor de wereld van design, terwijl Gianni niet langer in design werkte maar zoals hierboven beschreven en één van de belangrijkste exponenten van de kinetische kunst werd.

In 1964 won de 'Acrilica' de gouden medaille op de XIII Triënnale in Milaan.


Joe Colombo   1930 - 1971

Afbeelding
Cesare 'Joe' Colombo geboren in 1930 te Milaan en was zoon van een rijke industrieel. Joe Colombo werd tot 1949 opgeleid aan de Accademia di Belle Arti di Brera, aan de Academie voor Schone Kunsten in Milaan als schilder en studeerde daarna tot 1954 Architectuur aan de Politecnico di Milano. In 1951 sloot hij zich aan bij de 'Movimento Nucleare', opgericht door Sergio Dangelo en Enrico Baj. De daaropvolgende vier jaar was Colombo actief als schilder en beeldhouwer van het abstracte expressionisme en exposeerde hij zijn werken met andere leden in Milaan, Turijn, Verviers, Venetië en Brussel. In 1955 sloot Colombo zich aan bij de 'Art Concret-groep', maar gaf zijn schilderkunst op om zijn ontwerpcarrière te uit te bouwen. Daarvoor werkte hij mee aan een tentoonstelling voor de tiende Triënnale in 1954 en documenteerde hij de keramische ontwerpen van een internationale bijeenkomst in Albisola. Voor zijn deel van de presentatie creëerde Colombo bijvoorbeeld drie buitenzitplaatsen die werden gecombineerd met een "heiligdomachtige" presentatie van tv's. Na de dood van zijn vader volgde hij het elektrotechnische familiebedrijf op en experimenteerde hij met nieuwe materialen. Vanaf 1960 wijdde hij zich uitsluitend aan design. In 1962 opende Colombo zijn eigen interieurontwerp- en architectuurprojectenstudio, voornamelijk voor lodges. Colombo ontwierp producten voor O'luce, Kartell, Bieffe, Alessi, Flexform, Stilnovo en Boffi. Colombo stierf zeer jong in 1971 op zijn 41e verjaardag.

Joe Colombo was één van de grootste Italiaanse ontwerpers, hij was zeer creatief, sterk
vooruitziend en denkend. Hij had zijn eigen expliciete visie op het design van de toekomst. Zo ontwierp Joe Colombo destijds gehele leefruimtes. De eerste was voor Bayer, Visiona '69, een geïntegreerde ruimte verdeeld in 'functionele stations': het blok 'Nightcel' (bed+kasten+badkamer), de 'Kitchenbox' (keuken+eetkamer), de 'Central living' (de woonkamer).


In 1972 wordt op de tentoonstelling "Italy: The New Domestic Landscape" in het MoMA in New York zijn project "Global Unity Furnishing" gepresenteerd; veel van zijn werken maken vandaag deel uit van de designcollectie van het MoMA. In 1984 hield  het Musée d'Art Moderne, Villeneuve d'Ascq (Frankrijk) een overzichtstentoonstelling van al zijn werk.

De meest iconische stukken van Joe Colombo voor O'luce:

Acrilica 1962
Spider 1965
Coupé 1967
Colombo 1970


Vico Magistritti   1920 - 2006

Afbeelding
Vico Magistretti werd in 1920 in Milaan geboren. Hij kwam uit een familie van architecten. Na enkele jaren verblijf in Zwitserland (tijdens de Tweede Wereldoorlog) keerde Magistretti terug naar Milaan om er architectuur te gaan studeren aan de Polytechnische Universiteit. Hij studeerde af in 1945 en ging werken in de studio van zijn vader, de architect Pier Giulio Magistretti. De oorlog was voorbij en de culturele beweging was veranderd. Zo ook de architectuur.
De jaren onmiddellijk na het conflict waren de jaren waar culturele verenigingen ontstonden ter bescherming van wat er nog overgebleven was na de bombardementen. Dit waren ook de jaren van wederopbouw, toen de overheid anonieme en onpersoonlijke gebouwen financierde. Mensen die de stad hadden verlaten begonnen terug te keren, maar ze konden nergens heen. Het idee van een eigen "thuis" werd dus sterker, zelfs in het werk van Vico Magistretti.

Dankzij innovaties als plastic evolueerde de industrie en sloeg zelfs het design een nieuwe weg in. Dat interesseerde Magistretti en bezocht de Triennale tentoonstelling in de stad. In de jaren 50 hield de Italiaanse architect zijn vaart erin door projecten te bouwen zoals de woontoren in het park in de straat 'Via Giuseppe Revere'
. Terwijl hij in de jaren 60 aan architectuurprojecten bleef werken, begon Vico Magistretti zich in de jaren 70 meer op design te richten. Hij creëerde decorstukken, meubels en dagelijkse voorwerpen en tegelijk trouw bleef aan zijn esthetiek en overtuigingen.
Gedurende de decennia van zijn carrière ontving de Italiaanse ontwerper designprijzen, Erelidmaatschappen zoals die van 'The Royal College of Art' in Londen en de gouden medaille van de 'Society of Industrial Artists and Designers'. Magistretti werkte in Milaan, Tokio en Lausanne. De villa in Epalinges (vlakbij Lausanne in Zwitserland) is één van zijn laatste projecten, daterend uit 2005. Zijn laatste ontwerp was het glazen bureau 'Gemini' in 2006, hetzelfde jaar waarin Magistretti overleed.

De meest iconische stukken van Vico Magistretti voor O'luce:

Sonora 1976
Attolo 1977
Lyndon 1980
Pascal 1983
Snow 1983


Attolo
Attolo
Attolo
Attolo
Attolo
Attolo
Snow
Snow
Snow
Snow
Snow
Snow
Sonora
Sonora
Sonora
Lyndon
Lyndon
Lyndon

Marco Zanuso   1916 - 2001

Afbeelding
Marco Zanuso werd geboren in Milaan 1916. Hij maakte deel uit van een groep Italiaanse ontwerpers uit Milaan die in de naoorlogse jaren vorm gaven aan het internationale idee van 'Good Design'. Hij begon zijn studies architectuur in 1934 aan de universiteit 'Politecnico di Milano'  en studeerde af in 1939. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij bij de Italiaanse marine, waarna hij in 1945 zijn eigen ontwerpbureau 'Studio Zanuso' opende. Hij was redacteur zowel bij het bekende tijdschrift Domus 1947-49 als bij Casabella 1952-56, waar hij samen met Ernesto Nathan Rogers en anderen, de theorieën en idealen van de energetische beweging hielp in stand te houden. Naast zijn functie als hoogleraar architectuur, design en stadsplanning aan de 'Politecnico di Milano' van eind jaren veertig tot de jaren tachtig, en als één van de oprichters van de ADI in de jaren vijftig, had hij ook een duidelijke invloed op de volgende designgeneratie van Italië.

De vruchtbare carrière van Marco Zanuso hield meer dan zes decennia stand en gedurende deze tijd stelde zijn interesse in rationeel ontwerp hem in staat om problemen op te lossen en grenzen te verleggen op het gebied van stadsplanning, architectuur en productontwerp.
Hij werkte gedurende zijn leven samen met een verscheidenheid aan collega's waaronder historici Argan, Domenico, Pica en Veronesi, critici Zevi en Dorfles en architecten Rogers en Ponti. Tijdens zijn functie als redacteur van Domus en Casabella, resulteerde zijn samenwerking met Ernesto N. Rogers op architectonisch vlak.

In 1957 werkte Zanuso samen met de Duitse ontwerper Richard Sapper. Eén van hun eerste projecten was een kleine stapelbare kinderstoel in niet-versterkt kunststof, ontworpen voor Kartell. Dit stuk was licht, functioneel en speels, vervaardigd in verschillende felle kleuren en was één van de meubelontwerpen die ervoor zorgde dat mensen ervan overtuigd werden dat plastic een haalbaar en geschikt materiaal was voor toepassingen in moderne woning inrichtingen. Zanuso en Sapper werden in 1959 ingehuurd als adviseurs bij Brionvega, een Italiaans bedrijf dat stijlvolle elektronica probeerde te produceren dat, althans van uiterlijk, beter zou zijn dan de elektronica die in Japan en Duitsland werden gemaakt. Ze ontwierpen een serie radio's en televisies die blijvende iconen werden van een esthetiek die bekend stond als het 'techno-functionalisme'. Hun ronde, compacte en draagbare 'Doney 14' (1962) was de eerste transistortelevisie. Met het concept van het sculpturale minimalisme ontwierpen ze de succesvolle opvouwbare 'Grillo'-telefoon voor Siemens (1966).

Zanuso werd in 1971 uitgenodigd als gastspreker bij de 'Dunhill'-lezingenreeks industrieel ontwerp in Australië. In 1972 ontwierpen Zanuso en Sapper een reeks woningen voor de tentoonstelling 'Italy: The New Domestic Landscape' in het MoMA. In 1984 ontving hij de 'Premio Presidente della Repubblica-prijs' en in 1994 de 'Compasso d'Oro Lifetime Achievement Award'. In 1999 ontving hij een eredoctoraat in industrieel ontwerp van de 'Politecnico di Milano', waar hij van de jaren zestig tot tachtig ook lezingen gaf.


Terwijl Zanuso en Sapper grenzen verlegden met hun innovatieve industriële ontwerp, verkende Zanuso vanuit zijn studio in Milaan de grenzen van de architectuur via verschillende nieuwe projecten in Italië en de rest van de wereld, waaronder Argentinië, Brazilië en Zuid-Afrika. Door met evenveel gemak complexe commerciële pakhuizen en kantoren, openbare gebouwen en woonruimtes te ontwerpen, wilde hij de moderne samenleving op verantwoorde wijze verbeteren. Zijn Olivetti-fabriek (1961) in São Paolo en het nieuwe 'Piccolo Teatro' (1996) in Milaan zijn gerespecteerde voorbeelden van zijn commerciële architectuur. Er wordt aangenomen dat zijn binnenlandse architectuur heeft bijgedragen aan architectonische innovatie in een tijdperk waarin de rol en processen van de moderne beweging werden herzien. Tot deze projecten behoren zijn 'Casa a Leto di Priolo', Arenzano (1960–1962), in Genua (Italië) 'Case di vacanza', Arzachena (1962–1964) in Sardinië, 'Casa Press', 'Coromandel Farm' (1969–1975) in Lydenburg (Zuid-Afrika), 'Casa nell'isola di Cavallo' (1981–1988) op Corsica. Zijn verkenning van architectuur als reactie op de natuur was een doorlopend thema, zoals te zien in 'Cimiterio a la Muda', Longarone (1967–1973), een samenwerkingsproject met Gianni Avon, Francesco Tentori en met de opmerkelijke Italiaanse landschapsarchitect Pietro Porcinai.


De belangrijkste industriële ontwerpen uit zijn carrière bestrijken een breed spectrum, van vroege experimenten met gebogen metaal tot luxueuze, zachte meubels en strakke industriële ontwerpen in plastic. Het onderliggende motief in elke fase van zijn werk is dat hij een pionier was in het gebruik en de markttoegankelijkheid van elk verschillend materiaal waarmee hij werkte. Een deel van zijn eerste werk dat überhaupt werd getoond buiten Italië, was tijdens de Low-Cost Furniture-wedstrijd, gesponsord door het MoMA in 1948. Zijn ontwerp bestond uit een stoel met een metalen frame die gebruik maakte van een baanbrekende methode om de stoffen zitting aan het frame vast te maken. In 1948 opende Pirelli een nieuwe divisie 'Arflex', om stoelen met schuimrubberen bekleding te ontwerpen. Ze gaven Zanuso de opdracht om hun eerste modellen te ontwerpen. Zijn stoel 'Antropus' kwam uit in 1949, gevolgd door de stoel 'Lady', die de eerste prijs won op de Triënnale van Milaan in 1951. 
Verschillende items van zijn werk zijn opgenomen in de collecties van het Museum of Modern Art in New York City, de Triennale di Milano, de Triënnale van Tokyo, het Vitra Museum, het Arflex Museum en het Kartell Museum.

Voor O'luce ontwierp hij in 1963 de volgende lamp die vandaag nog verkocht wordt door O'luce, wel is waar in de vorm van een reproductie / wederuitgave.


Vintage Design Lighting
HANGLAMPEN
VLOERLAMPEN
MUUR- & PLAFONDLAMPEN
TAFELLAMPEN
VLOERLAMPEN
Copyright© 2025 - All Rights Reserved to Vintage Design Lighting     BE 1022.181.446.
Statutaire zetel:  Waversesteenweg 1A 3360 Opvelp (B)   /   Atelier: Kerspelstraat 36 3001 Heverlee     +32(0)474104650      [email protected] 
  • START
  • COLLECTIE
    • VOLLEDIGE COLLECTIE
    • HANGLAMPEN
    • LUCHTERS
    • MUUR- & PLAFONDLAMPEN
    • TAFELLAMPEN
    • VLOERLAMPEN
  • CONTACT
  • DE VERHALEN
    • Arteluce
    • A.V. Mazzega
    • Anvia
    • Artemide
    • Bankamp Leuchten
    • Candle
    • Cosack Leuchten
    • Dijkstra
    • Doria Leuchten
    • Egon Hillebrand
    • ERCO
    • Flos
    • Fog & Mørup
    • Fontana Arte
    • Fritz Hansen
    • Gepo
    • Glashütte Limburg
    • Hala
    • Hans-Agne Jakobsson
    • Harvey Guzzini
    • Herda
    • Holmegaard
    • Kaiser Leuchten
    • Kalmar Leuchten
    • Kinkeldey Leuchten
    • Les Ateliers Boulanger S.A.
    • Leucos
    • Louis Poulsen
    • Martinelli Luce
    • Massive
    • Metalarte
    • O'luce
    • Peill & Putzler
    • Philips
    • Quattrifolio
    • Raak
    • Reggiani Illuminazione
    • Rotaflex Great Britain Ltd.
    • Sciolari
    • Sirrah
    • Sompex / Paul Secon
    • Staff Leuchten
    • Stilnovo
    • Stilux Milano
    • Targetti Sankey
    • Valenti
    • Venini
    • Vistosi
    • Walter Hustadt GmbH & Co
  • SPACE AGE