Nederland
Frederik Philips
1830 - 1900 Gerard L. F. Philips
1858 - 1942 Anton Philips
|
In 1891 werd in Eindhoven de firma Philips & Co opgericht door vader Benjamin Frederik David Philips en zoon Gerard Leonard Frederik Philips uit Zaltbommel Nederland.
Nadat Gerard in Delft 1884 was afgestudeerd als werktuigbouwkundig ingenieur, volgde Gerard een cursus 'Elektrische verlichting en transmissie-energie' aan de Universiteit van Glasgow. Voor de Brush Electrical Company ging hij naar Berlijn en vervolgens vestigde hij zich te Londen als vertegenwoordiger van enkele Duitse fabrieken van elektrotechnische artikelen waaronder Allgemeine Elektricitäts-Gesellschaft (AEG) In 1889 keerde hij terug naar Nederland. Hij begon aan zijn plan, om zelf elektrotechnisch materiaal te fabriceren en wel in het bijzonder gloeilampen en kocht in Eindhoven een oude staaldraadfabriek waar draadnagels en springveren werden geproduceerd. Na enige voorbereiding startte in 1892 er de productie van kooldraadlampen.
Vader Frederik Philips was was een Nederlands-Joodse industrieel en bankier. Van 1891 tot 1898 had Frederik Philips als geldschieter de hoofdleiding over Philips & Co. Zijn zoon Gerard promoveert in 1898 daarbij van procuratiehouder tot vennoot van het familiebedrijf.
Gerard Philips was niet de uitvinder was van de technologie achter de lamp ,hij kocht in 1891 weliswaar de patentrechten op de lamp van Edison. Gerard was een visionair en innovator die de productieprocessen en marketing van de lamp heeft veranderd.
In die tijd begon elektriciteit net het dagelijks leven te verlichten. Philips lampen waren een revolutie. In 1910 was Philips uitgegroeid tot één van de grootste lampenfabrikanten van Europa. Gerard Philips was niet alleen hoogopgeleid, maar had ook gevoel voor ondernemerschap. Samen met zijn vader Frederik ontwikkelde hij een bedrijfsplan dat zich onderscheidde van andere fabrikanten. Gerard zag een concurrentievoordeel door zich te richten op de optimale fabricagetechniek voor één enkel product: de kooldraadlamp (gloeilamp). Voor andere bedrijven waren gloeilampen slechts een onderdeel van een groter assortiment elektronische producten. Maar niet voor Gerard; hij kocht zelfs halffabrikaten als glas en lampfittingen van derden. Zijn aanpak was zeer succesvol. Binnen tien jaar na de oprichting van Philips op 15 mei 1891, was het een geduchte concurrent voor industriële reuzen als Siemens & Halske, AEG en General Electric. Gedurende zijn hele werkzame leven bleef Gerard Philips zich bezighouden met de kwaliteit van fabricageprocessen. Zijn adagium was: 'Als de kwaliteit er is, komt de kwantiteit vanzelf'. Zo werden in 1892 de eerste lampen geleverd aan de Stearine kaasfabriek in Gouda.
In 1895 kwam op verzoek van Vader Philips zijn jongere zoon Anton het bedrijf bijstaan. Anton was 20 jaar en keerde hiervoor terug uit Londen. Hij nam voornamelijk de administratieve taken voor zich, later ook de commerciële werkzaamheden en het handelsreizen zodat zijn broer Gerard zich geheel aan de fabricage kon wijden. |
Louis Christiaan Kalff
|
Het ontstaan van de reclamestudio (1925 - 1927)
Door de groei van het productassortiment groeit ook de behoefte aan meer reclameontwerpers. De Engelsman Joseph Milner vervangt de vertrokken Hans Oertle.
Louis Kalff meldde zich per brief aan bij de firma Philips. Hij beweerde dat de reclame van het bedrijf niet modern genoeg was en onvoldoende van ‘standing’ getuigde. Op 1 januari 1925 werd Louis Kalff aangenomen als reclameontwerper, een paar maanden later gevolgd door de jeugdige Mathieu Clement. Vanaf dan is er dan ook sprake van een Philips reclamestudio (als onderdeel van de reclameafdeling) waar Kalff de leiding van had. Hij probeert een samenhang te creëren tussen het ontwerp van een product, het bijbehorende reclamemateriaal en de inrichting van etalages en tentoonstellingen. Ook probeert hij het Philips woordmerk te standaardiseren. In 1927 komt de Rus Wladimir Bielkine de reclamestudio versterken. Hij houdt zich het eerste jaar vooral bezig met het illustreren van advertenties. Later ontwerpt hij ook brochures, folders en ander klein reclamedrukwerk. In 1928 wordt de reclameafdeling gereorganiseerd naar voorbeeld van de organisatie bij General Electric. Met ingang van 1 december 1928 wordt de Propaganda Centrale opgericht bestaande uit de afdelingen Commerciële Propaganda, Literaire Propaganda, Technische Propaganda en Artistieke Propaganda. Deze laatste afdeling is een voortzetting van de reclamestudio. Kalff blijft hoofd van deze afdeling. Sies Numann wordt hoofd van de afdeling Commerciële Propaganda en hij is degene die voor de eerste keer een geïntegreerde reclamecampagne (nl. voor radiotoestel type 2514) op touw zet. In de loop van 1928 zijn twee Duitse reclameontwerpers een wel gekomen aanvulling op de ontwerpcapaciteit. Het zijn Karl Eichhorn en Carl Probst. Kalff schakelt ook de Amsterdamse fotograaf Bern. F. Eilers in voor het maken van reclamefoto's. Eilers fotografeert ook diverse Philips gebouwen en mensen aan het werk. Van deze foto's worden twee series briefkaarten uitgegeven. |
Frans Otten
|
Op 6 juli 1939 trad Anton Philips af als president van de onderneming en droeg de leiding van het concern over aan zijn schoonzoon Frans Otten. Als voorzitter van de Raad van Commissarissen bleef Anton Philips tot enkele maanden vóór zijn overlijden in 1951 verbonden aan het concern.
Frans Otten (geboren in Berlijn) ging na de hogereburgerschool te Amsterdam naar de Technische Hogeschool in Delft. Hij was onder meer lid van de studievereniging de Electrotechnische Vereeniging (ETV). Hij studeerde af in 1923. In 1924 trad hij in dienst van Philips' Gloeilampenfabriek NV en werd in 1927 onderdirecteur. Vanaf 1931 was hij acht jaar financieel en administratief directeur en in 1939 werd hij eindverantwoordelijke van Philips, wat hij 22 jaar zou blijven. In 1961 trad hij terug en nam Frits Philips zijn functie over. Otten was de schoonzoon van Anton Philips, getrouwd met Anna Philips. Otten was ook van 1928 tot 1961 voorzitter van de federatie geweest. Otten regelde zelfbestuur voor de verschillende takken van sport. Voorheen was voetbal een ondergeschoven kindje of in ieder geval de melkkoe van de vereniging, daar de afdracht van de voetbaltak een relatief groot aandeel had ten opzichte van andere takken. Door Otten kwam voetbal in hoger aanzien te staan binnen PSV en binnen Eindhoven. Otten wilde door kwaliteit zorgen voor een gezonde club. Hij zorgde voor nieuwbouw en uitbouw van tribunes en kleedlokalen. Zo werd hij de grote man achter de successen van PSV-voetbal. |
Na de Tweede Wereldoorlog breidde Philips zijn productassortiment uit met een ruim assortiment aan consumentenelektronica en huishoudapparaten, ook met technologie voor de gezondheidszorg. Het bedrijf begon zich te richten op onderzoek en ontwikkeling waaruit verschillende hoog innovatieve patenten uit ontstonden waaronder audio- en beeldvormingstechnologie.
Tijdens de jaren 1960 - 1970 breidde Philips zijn productlijn en wereldwijde aanwezigheid verder uit. Het ondertussen sterk merk geworden Philips paste een doordachte strategische marketing toe, met focus op innovatie, duurzaamheid en ook sociale verantwoordelijkheid. De afgelopen jaren is het bedrijf blijven innoveren op gebieden als energiezuinige verlichting en gezondheidszorgtechnologie. Tegenwoordig is Philips een toonaangevend technologiebedrijf actief in meerdere sectoren. |
Louis Christiaan Kalff
|
Louis Kalff was een Nederlands architect en grafisch vormgever. Zijn vader was hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad. Na een HBS-opleiding studeerde Kalff aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus Amsterdam (nu de Rietveld Academie) en architectuur aan de Technische Hogeschool in Delft.
Tussen 1925 en 1926 heeft Louis Kalff samen met Jan Hanrath het gebouw ontworpen van de Delftse Studenten Roeivereeniging "Laga" in de stijl van de Amsterdamse School. In 1925 ging Louis Kalff van start bij de reclameafdeling van Philips in Eindhoven. Al snel kreeg hij de leiding over de afdeling Commerciële en Artistieke grafische vormgeving van Philips “Artistic Propaganda”. Naar aanleiding van het opkomend belang van verlichting als architecturale meerwaarde werd er in 1929 onder zijn leiding het Lichtadviesbureau (LIBU) opgericht waar hij fungeerde als onafhankelijk lichtarchitect. Kalff nam deel aan de wereldtentoonstellingen in Barcelona, Antwerpen, Brussel en Parijs. Zijn bekendste werk met de LIBU was een lichttentoonstelling in het Philips Paviljoen in samenwerking met het bureau van Le Corbusier en Edgar Varèse op de Wereldtentoonstelling van Brussel in 1958. Kalff ontwierp ook het gekende Philips logo (met lichtfonkels en radiogolven) en raakte betrokken bij het ontwerpen van houten radiobehuizingen, luidsprekerconussen en andere elektrische apparaten. Daarnaast ontwierp hij als freelancer affiches en reclamedrukwerk voor de Holland-Amerikalijn, Calvé, Zeebad Scheveningen, en Holland Radio. Hij ontwierp ook boekbanden. Rond 1946 werd hij benoemd tot 'Art Director' van ARTO (voormalig 'Artistic Propaganda'). Een team van ontwerpers en grafische vormgevers die actief bezig waren met de industriële vormgeving van het merk Philips. Met dit team ontwierp hij onder anderen diverse lamparmaturen in een modernistische functionele stijl. Hoewel Kalff pleitte voor een centrale ontwerpafdeling waar ook onderzoek zou moeten plaatsvinden, werd een dergelijke afdeling (AVO) pas in 1954 gerealiseerd onder zijn opvolger Rein. Veersema. Een groot deel van de ontwerpverantwoordelijkheden en het personeel van de ARTO werden tegen de visie van Kalff overgeplaatst naar de AVO. Het ontwerp van verlichtingsarmaturen en professionele apparatuur bleef bij het ARTO team en onder supervisie van Kalff. Dit bleef zo tot Kalff met pensioen ging in 1960. Bij Philips werkte Kalff ook als architect aan projecten zoals: het Dr. A.F. Philips Observatorium (1937) in Eindhoven, de Diamantboorderij (1948) in Valkenswaard en enkele landhuizen in Eindhoven en Waalre voor directieleden van Philips. Na zijn pensionering in 1960 bleef Louis Kalff bij Philips als adviseur en architect. In 1961 kreeg hij de leiding en uitvoering van het Evoluon. Het was het laatste werk van de lichtarchitect die bijna veertig jaar de reclame en vormgeving verzorgde van het Philips-concern. |
Het Evoluon is een iconisch gebouw in Eindhoven, Nederland, dat oorspronkelijk werd gebouwd door de technologiebedrijf Philips in 1966. Het werd ontworpen door de architecten Delftse School, met als hoofddoel een tentoonstellingsruimte te bieden voor technologische innovaties, wetenschappelijke ontwikkelingen en de toekomst van de technologie. Het gebouw heeft een opvallende vorm die lijkt op een vliegende schotel of een futuristisch ruimteschip, wat het tot een uniek herkenningspunt maakt in de stad.
Geschiedenis en Doel Het Evoluon werd geopend op 6 mei 1966 door prins Bernhard der Nederlanden en was een cadeau van Philips aan de stad Eindhoven. Het doel van het gebouw was om een platform te bieden voor technologie en vooruitgang, en het fungeerde als een museum en tentoonstellingsruimte. De tentoonstelling in het Evoluon richtte zich vooral op technologische vooruitgang, en de tentoonstellingen werden telkens vernieuwd om de nieuwste innovaties te laten zien. Architectuur Het gebouw heeft de vorm van een grote koepel die rust op drie poten. Het dak van de koepel is het meest opvallend met zijn paraboolvormige ontwerp. Het was in de jaren '60 een vooruitstrevend ontwerp dat de moderne, technologische uitstraling van Philips en Eindhoven symboliseerde. De vorm van het gebouw en de transparante gevel maken het visueel indrukwekkend. |
Jean-Paul Emonds-Alt
|
Jean-Paul Emonds-Alt was een Belgische ontwerper, beeldhouwer en schilder, geboren in Etterbeek bij Brussel in 1928. Hij overleed op 13 augustus 2014 op 86-jarige leeftijd. Emonds-Alt studeerde beeldhouwkunst aan de Nationale School voor Architectuur en Decoratieve Kunsten (Ter Kameren - La Cambre) in Brussel, in het atelier van Oscar Jespers, waarvan hij later assistent werd.
Vanaf 1964 wijdde hij zich voornamelijk aan design, waarbij hij zich richtte op de vorm van industriële producten, zoals deze tafellamp die hij ontwierp voor Philips. Deze lamp zou geproduceerd zijn tijdens 1964 en 1973 in de Philips site te Leuven (België) Jean-Paul Emonds-Alt werd herhaaldelijk geëerd voor zijn werk. Hij ontwierp ook het logo voor de Brusselse metro in 1976. |